Skip to content Skip to footer

Extreemrechts in Duitsland

In Duitsland wordt juridisch gezien onderscheid gemaakt tussen extreem- en radicaal rechts, waarbij extreemrechts een gevaar voor de democratie is en dus strafbaar. Dit onderscheid wordt in Nederland niet gemaakt.

In 2025  is het aantal rechtsextremisten in Duitsland gestegen naar 50.000. Sinds 3 jaar sluiten ook steeds meer jongeren (14-21 jaar) zich bij deze groepen aan. Volgens de Duitse intelligence dienst bestaat de rechtse AfD inmiddels voor 40% uit rechtsextremisten. Deze partij wordt daarom gezien als katalysator voor extreemrechts geweld.

Met de groei van de AfD lijkt ook het gebruik van geweld genormaliseerd te worden. Op dit moment vindt 13% van de Duitse bevolking dat geweld een gelegitimeerd doel kan zijn in de politiek. Vier jaar geleden was dat nog 5%. Meer hierover kun je nalezen in dit artikel op nu.nl.  of beluisteren in deze Podcast van Bureau Buitenland

Op 2 augustus 2025 sprak  hoogleraar Leonie de Jonge  over de normalisering van extreemrechts in Duitsland in een podcast van Haagse Zaken in de zomer, een podcast van NRC-Handelsblad.

Leonie de Jonge werkt sinds januari 2025 als hoogleraar  uiterst rechts extremisme bij de universiteit van Tuebingen. Voor Haagse Zaken vergeleek ze de situatie in Duitsland met die in Nederland en sprak ze zich ook uit over Forum voor Democratie (FvD) en de Partij voor de Vrijheid. (PVV)

 In de ogen van Leonie de Jonge mag je radicaal rechtse partijen als FvD en PVV tot een subcategorie van extreemrechts rekenen, want hoewel deze partijen niet per definitie de democratie verwerpen, staan ze wel op gespannen voet met bepaalde democratische waarden en zie je bij deze partijen de voortekenen van democratische erosie. De laatste jaren zijn de scheidslijnen tussen extreemrechts en radicaal rechts vervaagd.

De gevestigde radicaal rechtse partijen onderhouden actief banden met gewelddadige extreemrechtse groeperingen. Volgens haar zie je dat ze trekken vertonen van de drie peilers van uiterst rechts: nativisme (eigen volk eerst, xenofobie, Henk en Ingrid beschermen), autocratisme (sterke leider, hierarchische maatschappij, meer blauw op straat, meer geld naar defensie) en populisme (scheiding tussen het gewone volk en de elite). 

De Jonge vindt het verschil tussen extreemrechts en radicaal rechts vrij klein en prefereert daarom het gebruik van de koepelterm uiterst rechts. Het gebruik van de koepelterm uiterst rechts maakt je alerter op het dreigende gevaar van radicaal rechts. 

Radicaal rechts normaliseert namelijk het uiterst rechtse gedachtengoed. Door hun verruwing van het democratisch debat schrikken we niet meer van uiterst rechtse termen als ‘omvolking’. 

Ook zien we dat andere centrumrechtse partijen het uiterst rechtse gedachtengoed kopiëren als strategie om om uiterst rechts de wind uit de zeilen te nemen, of omzetten in beleid, om te laten zien dat zij de verantwoordelijkheid nemen waar de uiterst rechtse partijen die laten liggen. Daardoor legitimeren ook de middenpartijen weer het uiterst rechts beleid, terwijl uit onderzoek blijkt dat dit niet werkt als strategie om stemmen te trekken.

De Jonge maakt zich zorgen over de situatie in Nederland. Vergeleken met Duitsland wordt in Nederland veel gelatener gereageerd op uiterst rechts en wordt het sneller gerelativeerd. Juist vanwege het spanningsveld met democratische waarden en de normalisering van het uiterst rechtse gedachtengoed, kun je volgens haar niet alert genoeg zijn. Dus ook als iemand een hakenkruis op een muur kladt, moet je dat niet afdoen als pubergedrag. Beluister ook deze podcast van Haagse Zaken

Op NPO2 kun je Bureau Buitenland iedere zondag rond 22.40 uur beluisteren, of iedere werkdag om 13.30 uur op NPO Radio 1.